Kennisbank

Rijinstructeur staat te lang stil om naheffing parkeerbelasting te kunnen ontlopen

De Rechtbank Rotterdam oordeelt dat rijinstructeur X niet aannemelijk maakt dat toen de naheffingsaanslag parkeerbelasting werd uitgeschreven er sprake was van onmiddellijk in- en uitstappen.


Samenvatting

X is een rijinstructeur. De heffingsambtenaar van Rotterdam legt hem op 21 december 2018 om 11.28 uur een naheffingsaanslag parkeerbelasting op. X stelt dat er sprake was van onmiddellijk in- en uitstappen van een cursist.


Rechtbank Rotterdam oordeelt dat rijinstructeur X niet aannemelijk maakt dat toen de naheffingsaanslag parkeerbelasting werd uitgeschreven er sprake was van onmiddellijk in- en uitstappen. Van parkeren is geen sprake gedurende de tijd die nodig is en gebruikt wordt voor het onmiddellijk in- en uitstappen van personen. Hieronder vallen echter slechts handelingen die een daadwerkelijk in- of uitstappen vormen. Bij rijlessen hoort daar ook de tijd bij die noodzakelijk is om een leerling van het ophaaladres naar de lesauto te laten komen en de les te laten beginnen. Een tijdspannen van zeven minuten vindt de rechtbank echter te lang, waarbij de rechtbank nog opmerkt dat de auto in totaal 17 minuten op de parkeerplaats heeft gestaan. Het beroep van X is ongegrond.


Toelichting:

Op grond van artikel 225, tweede lid van de Gemeentewet wordt onder parkeren verstaan het gedurende een aangesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- en uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op de binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden. De Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2019 (de Verordening) is voorzien van een gelijke definitiebepaling.


De rechtbank stelt voorop dat uit vaste jurisprudentie (zie bijvoorbeeld Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 december 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:10729 ) volgt dat onder het begrip ‘onmiddellijk in- en uitstappen’ slechts handelingen worden verstaan die een daadwerkelijk in- of uitstappen vormen. Vanaf het moment dan geen sprake meer is van dergelijke handelingen, is direct parkeerbelasting verschuldigd. De bewijslast dat in het onderhavige geval sprake is van het onmiddellijk in- of uitstappen van personen rust op eiser.


Vaststaat dat eiser werkzaam was als rijinstructeur en dat hij zijn lesauto op de parkeerplaats neerzette om een cursist op te gaan halen. Naar het oordeel van de rechtbank moet onder “de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk instappen van personen” in een geval als het onderhavige mede worden begrepen de tijd die objectief gezien redelijkerwijs noodzakelijk is om een leerling van het ophaaladres naar de lesauto te laten komen en de les te laten beginnen. Eiser heeft ter zitting verklaard dat de cursist tijd nodig heeft gehad om de stoel en de spiegels te verstellen en dat eiser nog de nodige instructies aan de cursist heeft moeten geven. Weliswaar zal bij de aanvang van een autorijles enige tijd gemoeid zijn met voornoemde handelingen, maar een tijdsinterval van 7 minuten is naar het oordeel van de rechtbank te lang om die periode, ook in de les-situatie, nog te laten vallen onder “de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk instappen van personen”. Daarbij neemt de rechtbank mede in aanmerking dat vast is komen te staan dat eiser tussen 11:20 uur en 11:37 uur met de auto op de parkeerplaats stond. Hoewel niet voor dit hele tijdsbestek uur is nageheven, acht de rechtbank het niet aannemelijk dat eiser 17 minuten nodig heeft gehad om een leerling van het ophaaladres naar de lesauto te laten komen en de les te laten beginnen. Dat de scanauto de weg blokkeerde en dat het druk was op de weg rechtvaardigt – wat daar ook van zij – niet het oordeel dat gedurende een dergelijk lange periode gesproken kan worden van het onmiddellijk in- en uitstappen van personen.


Bron: Wolters Kluwer

Contact

DMBH is aangesloten bij:

Links

© 2018 DMBH | Privacy Statement